De mythe van lactose en gluten
Laat ons even wat harde cijfers op een rijtje zetten: Slechts 0.6% van de bevolking lijdt aan coeliakie en is dus intolerant voor gluten. Maar meer dan 25% van de mensen verdraagt geen tarwe.Minder dan 0.5% van de mensen is intolerant voor lactose, meer dan 90% van de mensen verteert geen gepasteuriseerde koemelk.
Als er één ding is waar de public relations afdelingen van de voedings- en pharma industrie goed in zijn, dan is het verbloemen van simpele dingen door het gebruik van ingewikkelde termen die niemand nog ten volle begrijpt. Iedereen gebruikt termen waaruit een zekere deskundigheid zou moeten blijken, maar als je goed kijkt naar wat er eigenlijk aan de hand is, zie je dat er alweer commerciële belangen spelen. De Homo Sapiens Sapiens laat zich voortdurend om de tuin leiden, met desastreuze consequenties voor zijn gezondheid en portemonnee.
Tarwe
Gluten is een eiwit dat als een soort lijm de meelkorrels aan mekaar plakt en zo de mogelijkheid biedt dat luchtbelletjes zich kunnen handhaven in deeg, waardoor brood en gebak luchtig wordt. Het wordt ook gebruikt om paprikapoeder vast te laten kleven aan je chips.
De term “Glutenvrij” is bijna een must geworden in de zogenaamde “gezonde voedingshoek” en in recente boeken over “gezond eten en koken”. Sommigen, zoals Dr William Davis (“de broodbuik” ), noemen gluten een vergif. Enigzins onterecht, zo blijkt .
Het is waar dat ca 0.6% van ons écht een glutenintolerantie heeft, die een belangrijke rol speelt in het ontstaan van coeliakie ofte de ziekte van Crohn, waarbij de darmslijmvliezen chronisch ontstoken raken door een immuniteitsreactie tegen deze eiwitten.Bij deze mensen leidt het gebruik van gluten tot buikpijn, chronische diarree, bloedarmoede, gewichtsverlies en vermoeidheid. Kinderen met coeliakie hebben een behoorlijke groeiachterstand. Maar zoals alle chronische gezondheidsproblemen heeft coeliakie niet één oorzaak. Het is een ingewikkeld samenspel van allerhande factoren die de immuniteit ondermijnen, waardoor de overgevoeligheid voor gluten dermate grote gevolgen heeft.
Naar de oorzaken tast de wetenschap momenteel behoorlijk in het duister, maar meer en meer wordt duidelijk dat er eerst een afwijking komt in de darm, bijvoorbeeld na een infectie of antibiotica gebruik of narcose en dat pas daarna coeliakie ontstaat. Alleen naar gluten wijzen blijkt trouwens onvolledig: eigenlijk is het zo dat, hoe harder de tarwe, hoe meer gluten. En jullie zullen het met mij eens zijn dat Italianen meer pasta/pizza en brood eten, die bovendien van hardere tarwe gemaakt is. Wij spelen gemiddeld 18 gram gluten per dag naar binnen, een italiaan nagenoeg het dubbele (32 gram). Toch komt coeliakie in Italië veel minder voor.
Ik pleit voor het bekijken van het immuunsysteem in zijn geheel: opsporen van andere intoleranties, herstel van de darmflora, niet industrieel vervaardigde maar volwaardige voeding. De ervaring leert dat we zo de darmproblematiek bij mensen met gediagnosticeerde coeliakie sterk kunnen verbeteren, waardoor ook de impact van hun gluten intolerantie afneemt.
Maar dan komen we op de foute gedachtensprong van velen, er bestaat zelfs al een term voor: mensen met een overgevoeligheid, klachten in de darmen na het eten van brood of pasta, die “Non-coeliac gluten sensitivity” wordt genoemd. Vandaag zou bijna 30% van de mensen aangeven dat ze last hebben na het eten van brood of tarwe. Gemakkelijkheidshalve wordt ook bij deze mensen de term “Glutenintolerantie” of fouter nog “Glutenallergie “ gebruikt.
Testen leren ons dat de overgevoeligheid bij deze mensen een overgevoeligheid is voor de industriële, gemanipuleerde tarwe die vandaag de dag overal gebruikt wordt. Deze mensen het gebruik van gluten verbieden is veel te streng en onnodig.
Dr. Peter Gibson kwam al tot deze conclusie na een onderzoek in Melbourne, waarbij precies gecontroleerd werd wat mensen aten bij een verblijf van een aantal dagen in een gesloten omgeving. Zijn conclusie, die verscheen in het tijdschrift “Gastroeenterology” was dat de darmsensitiviteit zonder coeliakie NIET van gluten komt.
Maar de anti-glutencommunity in de pers en op het internet heeft dit artikel blijkbaar nooit gelezen. Het is een gat in de markt, want men becijfert dat in de Benelux 1.5 miljoen mensen lijdt aan een “prikkelbare darm” … als je dat kan koppelen aan “gluten” en “glutenvrije voeding” is het big business.
Maar wie goed geïnformeerd is ziet hier de valkuilen …
Wat is dan het probleem met tarwe?
Geen, eigenlijk, tenminste als je de tarwe in beschouwing neemt van voor de tijd dat de Monsanto’s van deze wereld er zich mee gingen bezighouden. Tarwe, net als elk ander zaad, bevat in zich alle nodige mineralen en elementen om een nieuwe plant te laten uit groeien. In het boek van Werner Kollath wordt tarwe nog gepromoot als een gezond, volwaardig en goedkoop voedingsmiddel.
Maar door de industrialisering van de voeding staat de gezonde tarwe van toen mijlenver van het gemanipuleerde, bewerkte, zogenaamd geraffineerde meel van vandaag. Net als bij suiker is dit meel herleid tot een loutere bron van koolhydraten, waarvan we sowieso al teveel opnemen.
Ik ga het probleem van de tarwe heel sterk vereenvoudigd uitleggen: vroeger zaaide de boer zijn tarwe en hield bij de volgende oogst pakweg 5% aan de kant als zaaigoed voor het volgende jaar. In de loop van de eeuwen werden door kruising en selectie “betere” variëteiten bekomen. Zaaigoedfabrikanten vinden het niet zo leuk dat boeren op die manier zelfbedruipend zijn en verkopen liefst zoveel mogelijk zaaigoed, elk jaar opnieuw. Als je twee “soorten” met mekaar kruist, neem bijvoorbeeld een paard en een ezel , dan zijn de “nakomelingen” onvruchtbaar (een muildier of een muilezel). Als je Tarwe dus kruist met een grassoort, krijg je hetzelfde resultaat: onvruchtbare korenaren.
Hoera voor de zaaigoedfabrikanten, want zij kunnen nu elk jaar opnieuw verkopen. Niet alleen zaad natuurlijk, maar het hele pakket: zaaigoed , kunstmeststoffen en bestrijdingsmiddelen. De boer heeft de keuze : ofwel koopt hij dit pakket, ofwel krijgt hij niets. Minder hoera voor ons, want de meesten van ons zijn geen koeien, dus wij verteren geen gras en dus ook geen “graan” dat genetisch gezien voor 50 % uit gras bestaat.
Dit is zeer bondig samengevat waar het tarweprobleem van vandaag over gaat. Tel daarbij nog alle additieven (“broodverbeteraar”) en bewerkingen (bleken etc) die het meel ondergaat en je krijgt een dood en industrieel product, terwijl tarwe vroeger een natuurlijk, levend en volwaardig product was.
Dus: moet je glutenvrij gaan eten als uw buik rommelt en opblaast en je tegen 11 uur in de ochtend een gigantische energiedip krijgt? NEEN! Het zou wel wijs zijn om alle industriële tarwe te mijden en te vervangen door gezonde, volwaardige granen zoals spelt, kamut, quinoa en rogge.
The best proof of the pudding is the eating: probeer dit gedurende 10 dagen en merk het verschil.
Kies voor verse, korte ketenprodukten. Dat wil zeggen kies voor een zo kort mogelijke afstand tussen de producent en uzelf als verbruiker. Je bent zo zekerder van de kwaliteit van je product omdat je de producent (bijna ) persoonlijk kent.
Als je goed opgelet hebt zal je zeggen: “Aha, dan ga ik op zoek naar de oude, niet gemanipuleerde tarwerassen en ga ik die gebruiken voor mijn brood en pasta”. Goed gezien en heel vaak ook juist. Heel wat mensen zullen, als ze eerst een drietal maanden volledig weg zijn gebleven van de voedingsmiddelen waarvoor ze intolerant zijn, nadien weer wel tarwe kunnen verdragen, zij het de biologische, oude, niet-gemanipuleerde soorten die we gelukkig nog vinden in Duitsland, Zuid Frankrijk en Italië. Maar ons lichaam is intelligent en past zich, zo wil de evolutieleer, voortdurend aan aan de wijzigende omstandigheden. Dus bij heel wat mensen is het nu reeds zo dat de intolerantie voor tarwe is ingebakken in hun erfelijk materiaal en dat zij die overgevoeligheid zelfs doorgeven aan hun kinderen. Net zoals in de voorbije decennia bij koemelk, dus.
Melk
Een gelijkaardig verhaal krijgen we als we naar de intolerantie voor koemelk kijken. Rauwe koemelk was vroeger een natuurlijk en volwaardig voedingsmiddel. Je haalde het vers bij de boer en ofwel dronk je het rauw, ofwel liet je de enzymen in de melk en in het stremsel hun werk doen en kreeg je (h)eerlijke kazen. Probleem was de bepekte houdbaarheid van elk product. Je was dus genoodzaakt tot een korte keten van producent naar verbruiker. Niet zo naar de zin van de industrie, dus, die graag lange stockage en uniformiteit van het product heeft.
En dus ging men de verse, volwaardige melk “pasteuriseren”. De naam van Louis Pasteur werd in deze context misbruikt. Waar het bij Pasteur om te doen was, was het bestrijden van infectie door microörganismen. Maar het temperatuurbehandelen in de zuivelindustrie dient grotendeels ten behoeve van het “denatureren”, zeg maar het inactief maken van de enzymen in de melk, waardoor het melkproduct “dood” is en dus heel lang kan bewaard worden. En dat is wat de zuivelindustrie wil: Lange bewaartijden, goede stockage, controleerbare chemische processen.
Maar de enzymen in de koemelk hebben wij zowel als de kalveren nodig om deze te kunnen verteren.
Begint U het plaatje te zien? Reeds vanaf babyleeftijd worden we volgestopt met koemelkproducten die we niet verteren.
Ons lichaam wil die dingen helemaal niet en gaat er bij babies heftig tegen reageren: onze darmslijmvliezen gaan heftig slijmen maken en we kotsen heel die troep terug uit.
“Reflux” wordt dat dan genoemd, en de “medische wetenschap” doet net alsof er een probleem is in je maag en slokdarm, maar het échte probleem zit in de onverteerbaarheid van wat er in de papfles zit.
Op latere leeftijd krijgen we snot, slijmen, rommelende darmen, hooikoorts en ja, waarschijnlijk ook coeliakie (zie hierboven) van het overdadig gebruik van gepasteuriseerde melkproducten.
Moeten we dan omschakelen op ongepasteuriseerde melkproducten? TE LAAT voor de meesten onder ons. Blijkbaar is de overgevoeligheid voor koemelk door het generaties lang gebruik van de “onverteerbare melk” ingebouwd in onze erfelijkheid, want kinderen die nog nooit koemelk aten of dronken blijken er ook intolerant voor te zijn.
Reeds in 1942 wees Werner Kollath op de onverteerbaarheid van gepasteuriseerde koemelk en de nadelige invloed op de gezondheid. Mensen die zich in de tweede helft van de vorige eeuw inzetten voor het opsporen en aanpakken van voedselintoleranties werden door de “klassieke farmacie” een beetje smalend bekeken. Maar plots, rond de eeuwwisseling, hoorde je plots vanuit de ziekenhuismilieus de term “lactoseallergie “ of “lactoseintolerantie “ opduiken.
Had men daar het licht gezien? Duidelijk niet, want de intolerantie is niet voor lactose, wat eigenlijk de suiker is uit gelijk welke dierlijke melk, maar wel voor de lactoproteïnen, de eiwitten uit koemelk. Je ziet de analogie met het gluten verhaal.
Waar komt de term “lactose-intolerantie” dan vandaan? Uit de geneesmiddelen industrie. Heel wat pillen en medicamenten zijn gemaakt met deze melksuiker. Wat betekent dat de pillenindustrie massa’s melk gebruikt om de lactose er uit te halen. En wat blijft er over als “afval” : De lactose-arme melk .
De commercieel ingestelden onder jullie zullen weten dat je snel rijk kan worden met het verwerken van de afval van iemand anders, dus het commercialiseren van de lactose vrije producten is weer big business. En opnieuw laat de “homo sapiens sapiens “ zich in de luren leggen door fraai bedachte PR – verhalen van de industrie …
Dus het creëren van de term lactose intolerantie met bijhorend “ tovenaarsleerling-verhaal” dat niemand snapt zet weer heel wat mensen, inclusief artsen, op het verkeerde been.
Lactose vrije melk gebruiken helpt niks, koemelkproducten vermijden wél.
Conclusies:
Als je geen Kalf bent, heb je geen koemelk of koemelkproducten nodig in je voeding.
Door het pasteuriseren ervan worden ze bovendien heel slecht verteerbaar, waardoor frequent gebruik of gebruik in grote hoeveelheden af te raden is.
Als je intolerant bent voor koemelkeiwitten, zoals pakweg 90 % van de mensen vandaag, laat je best deze producten eens voor een periode van 3 maanden , zodat je darmslijmvliezen zich kunnen herstellen.
Nadien kan je, als je dat lekker vindt, mondjesmaat opnieuw kazen en dergelijke gebruiken. Bij voorkeur van rauwe melk.
Gelijkaardig advies voor de granen: vermijd de industrieel vervaardigde tarwe, kies voor onbewerkt en versgemalen graan of beter nog: maal het zelf.
Door de aanslag die de industriële tarwe op onze darmen heeft gepleegd, zijn steeds meer mensen intolerant voor tarwe. Daarom worden andere granen aanbevolen: spelt, kamut, quinoa, rogge, haver enz.Als je na je 3 maanden “onthouding” terug tarwe wil gaan gebruiken, kies dan voor volwaardige oude tarwesoorten.
Laat je niet verleiden door voedingsmiddelen die voorverpakt uit een fabriek komen en het etiket “glutenvrij en lactosevrij” dragen. “VERS” blijft het credo en de voorverpakte spullen kan je mondjesmaat gaan gebruiken als een extraatje, maar zeker niet als dagdagelijkse voeding, want je haalt er net meer uit wat ons lichaam nodig heeft en je krijgt een overaanbod aan koolhydraten en ongezonde vetten.
deze tekst is een fragment uit het boek "Herbatheek" dat weldra verschijnt